Skip to main content

Werken

Pier gebruikte verschillende technieken:

  • schilderen (olieverf, gouache, aquarel)
  • grafiek (houtsnede of snede in hardboard, ets)
  • tekenen (contékrijt met houtskool, kleurpotlood, rotringpen)
  • textiel (appliqué)

Vanaf de jaren 80 schildert Pier nagenoeg alleen aquarel. Pier illustreerde zijn brieven vaak met tekeningen.

Verschillende elementen keren regelmatig terug:

  • het (bijna) witte vlak: stilte, het (bijna) niets
  • rode stip: creativiteit; blauwe stip: depressie, blues
  • woestijn: leegte
  • figuren: extra groot of juist klein (Quo vadis, kleine man?)
  • labyrinth, als cirkel of als vierkant
  • symbolen uit boeddhisme en hindoeïsme; geometrische symbolen

Het werk is in te delen in thema's, soms ontstaan in een bepaalde periode, soms terugkerend in de tijd:

  • inspiratie: Pakistan
  • Nepal en India: boeddhisme en zonnereligie
  • Slaap
  • De zee
  • Mandala's: het witte vlak
  • Stillevens: kommen en bloemen
  • inspiratie: Tunesië
  • Icarus en Plato
  • Maskers
  • inspiratie: Finland
  • Reisaquarellen